The text, which is written in Dutch, describes an imaginary species called Pedalternorotandomovens centroculatus articulosus, also known as “wentelteefje” or “rolpens”.

[1] The translation of the surrounding text is as follows: The Pedalternorotandomovens Centroculatus Articulosus (curl-up) came into existence (spontaneous generation), because of the absence, in nature, of wheel shaped, living creatures with the ability to roll themselves forward.

In the stretched out position, the animal can, slowly and cautiously, with the use of his six legs, move forward over a variety of terrains (it can potentially climb or descend steep stairs, plow through bushes, or scramble over boulders).

Het hierbij afgebeelde diertje, in de volksmond genaamd "wentelteefje" of "rolpens", tracht dus in een diepgevoelde behoefte te voorzien.

In gestrekte positie kan het dier zich, traag en bedachtzaam, door middel van zijn zes poten, voort bewegen over een willekeurig substraat (het kan eventueel steile trappen opklimmen of afdalen, door struikgewas heendringen of over rotsblokken klauteren).

Zodra het echter een lange weg moet afleggen en daartoe een betrekkelijk vlakke baan tot zijn beschikking heeft, drukt het zijn kop op de grond en rolt zich bliksemsnel op, waarbij het zich afduwt met zijn poten, voor zoveel deze dan nog de grond raken.

Door zich beurtelings af te zetten met één van zijn drie paren poten, kan het een grote snelheid bereiken.

Wanneer het er aanleiding toe heeft, kan het op twee wijzen weer in wandel-positie overgaan: ten eerste abrupt, door zijn lichaam plotseling te strekken, maar dan ligt het op zijn rug, met zijn poten in de lucht en ten tweede door geleidelijke snelheidsvermindering (remming met de poten) en langzame achterwaartse ontrolling in stilstaande toestand.