Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hooge pluimen aan den einder staan;
boomgroepen, dorpen, geknotte torens, kerken en olmen in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord,
en in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.
You can help Wikipedia by expanding it.This article related to a poem is a stub.